
Je hebt net een flinke lunch op, loopt langs de bakker en het water loopt je in de mond bij het zien van die heerlijke broodjes. Je voelt plotseling een intense behoefte aan iets zoets en voor je het weet loop je de bakker uit met een lekker puddingbroodje. Je smikkelt ervan, maar al snel daarna baal je van jezelf. Je hebt het gevoel dat dit soort momenten je steeds overkomen, terwijl je heel graag van je overgewicht af wilt. Hoe komt het dat je het dan toch doet? En wat kun je hieraan doen?
Eten begint met een prikkel
We worden op een dag geconfronteerd met heel veel prikkels. Sommige externe prikkels kunnen aanzetten tot eten, ondanks je geen honger hebt. Dit noemen we extern eetgedrag. Vaak komt het plotseling opzetten en gaat het om een specifieke verlangen naar iets wat zoet, zout of vet is.
- Externe prikkels: Eten zien, ruiken, horen
- Sociale externe prikkels: Iets wordt je aangeboden, mensen sporen je aan om te eten
Van prikkel tot eten
Eten gaat minder automatisch dan het in sommige situaties voelt. Na een eetprikkel volgt een gedachte en vervolgens een besluit om te gaan eten.
Eetprikkel: Je ziet een puddingbroodje liggen bij de bakker.

Gedachte: ”dat ziet er lekker uit en ik heb er heel veel zin in.”

Besluit: ”ik ga dat puddingbroodje kopen.”

Je handelt: Je eet het puddingbroodje op.
Bewustwording
Veel situaties brengen gedachten op gang over eten. Het zijn je gedachten die bepalen hoe je met je eetgedrag omgaat. Voorbeelden van niet-helpende gedachten zijn: ‘Ik kan het niet weerstaan.’ ‘Ik moet dit nu eten.’ ‘Het kan vandaag wel, ik begin morgen weer’. ‘Ik kan er ook niets aan doen dat die broodjes er zo lekker uitzien.’ Als je kunt achterhalen door welke eetprikkel en welke gedachten jij iets eet waar je later spijt van hebt kun je 2 dingen doen:
- Je kunt ervoor zorgen dat je zo weinig mogelijk aan de eetprikkel wordt blootgesteld.
- Je kunt ervoor zorgen dat je anders reageert op een eetprikkel door strategieën aan te leren.
Strategieën bij extern eetgedrag
- Maak vooraf duidelijke afspraken met jezelf.
- Luister naar- en reageer op je honger- en verzadigingsgevoel.
- Verplaats jezelf (waar mogelijk) bij de eetprikkel vandaan.
- Maak je omgeving (thuis, school, werk) minder verleidelijk.
- Eet zittend, aan de eettafel, met aandacht.
- Train je assertiviteit waardoor je eten kunt afslaan als het niet in je planning staat.
- Geef een weerwoord op niet-helpende gedachten.
- Zoek afleiding.
- Geef jezelf een compliment of beloon jezelf als het is gelukt met iets leuks.
Helpende gedachte: ‘Ik hoef het niet te eten, ik heb net geluncht. Als ik hier niet toevallig was langsgelopen had ik er niet eens aan gedacht om te eten. Ik loop door en als ik thuiskom en nog steeds trek heb neem ik een stuk fruit.’’
Hulp van diëtist en leefstijlcoach
Wil je beter om leren gaan met extern eetgedrag en zoek je daar hulp bij? Ik help je graag bij het maken van een plan zodat je beter om leert gaan met de voor jou moeilijke situaties.